Teacher & Coordinator @Fontys Hogeschool voor de Kunsten
Moderator / Curator @PARK
Writer @Metropolis M
Freelance Researcher
Arts/Science: Academy Honours Programme for Young Artists and Scientists
@ KNAW
M.A. Graduate Tilburg University
B.A. Graduate AKV St. Joost
What is a good world? Internationalisation in a post-Covid society
design and editing: Lien Van Leemput for 6m56s
language: English / Dutch
edition of 600
May 2022
This essay series attempts to stimulate the debate about the moral challenges that internationalisation confronts us with, both in the Netherlands and abroad, and in particular for Artist-in-Residencies (AIRs). The publication is a reflection on how the crisis is reconsidering our international ambitions, starting from a post-COVID society. Internationalisation is an inevitable reality, inherent to the art landscape. The current time calls for a critical reflection on major issues such as climate inequality, plurality and the Western-dominant canon.
With contributions and critical insights by Jeanne van Heeswijk, Jack Segbars, Erik Hagoort, Pascal Gielen, Cecilia Bengtsson, Merlijn Twaalfhoven, Hicham Khalidi, reinaart vanhoe and Suzanne van der Beek. Thanks to Jan van Eyck Academie, Mondriaan Fonds, Prins Bernhard Cultuurfonds en het Amsterdams Fonds voor de Kunst for their support.
//
Articles & Essays
February, 2017
Diggit Magazine, Tilburg University
Recently, artistic 'theme years' have been widely represented in public spaces within The Netherlands. It is a good development, but there is one potential complication. The theme year should avoid the turning point of becoming public entertainment: so far, the 2017 organisation of Mondrian to Dutch Design succeeds in doing so.
April, 2017
Metropolis M
Door into the Dark is geen documentaire of theaterstuk waar je als een toeschouwer naar kijkt. Het is een immersieve installatie waarin jijzelf de hoofdrol speelt. Tijdens het lopen door een labyrint staat niets dan de eigen aanwezigheid centraal. Al je zintuigen worden volledig geprikkeld, alleen niet het zicht. De installatie is gemaakt door het Britse duo ANAGRAM (Amy Rose en May Abdalla) die door de verweving van technologie en documentaire een fysieke ervaring vormen. Zoals ze zelf zeggen: ‘A blindfolded journey into the psychology of being lost.’
May, 2017
Metropolis M
'Neem de rechterdeur aan het einde van de lange gang, hier om de hoek’, vertelt de receptioniste van de Cacaofabriek me na mijn binnenkomst in Helmonds’ hoge, monumentale gebouw. De gang leidt me naar een met zon belichte ruimte. Wit. Het eerste woord dat in mijn hoofd naar boven komt. Wit. En daarna zwart. De eerste aanblik in de ruimte maakt het contrast tussen deze twee centrale spelers, als licht en donker, zonneklaar. Kantelpunt 1, een expositie van de kunstenaars Karin van Dam en Robbie Cornelissen, laat je als kijker onderdompelen in een installatie die de ruimte zelf lijkt op te slokken, als roetwolken uit de schoorsteen die de blauwe buitenlucht in worden verspreid. De expositie voert je mee in een decor van lijnen en materialen, lineaire en organische vormen.
August, 2017
Metropolis M
In deze zomerserie trekken we komende weken de stad uit, op weg naar tentoonstellingen en evenementen die zich voltrekken op en om buitenplaatsen. Vandaag een bezoek aan Buitenplaats Kasteel Wijlre te Limburg.
October, 2017
Metropolis M
Mijn zondagmiddagbezoek aan de tentoonstelling Nacht en Dag, getoond in het Tilburgse’ Park, kan in één woord beschreven worden: beklemmend. Park exposeert een selectie werken uit de nalatenschap van kunstenaar Jaap de Vries (1959-2014), omschreven als ‘de schilder van leven en dood’. In twee ruimtes, die door een hoge wand van elkaar gescheiden worden, word je ondergedompeld in de schaduwenwereld van het menselijke bestaan. De eerste ruimte wekt de impressie van een atelier. De tweede ruimte toont grote, aan de wand gehangen schilderijen. Holle ogen staren je aan.
December, 2017
Metropolis M
Afgelopen weekend opende de tentoonstelling People are nowhere near so fluid van Janina Frye bij Onomatopee in Eindhoven. Freye’s solo is één van de vier tentoonstellingen die deel uitmaakt van het overkoepelende programma SENSE & SENSIBILITY, met de catchy ondertitel What a girl wants – what a girl needs, gecureerd door Pernilla Ellens. In woord en beeld onderzoekt Sense and Sensibility onze hedendaagse omgang met feminisme. Het programma biedt: 'A platform for various artists and writers, to explore contradictions and oppositions by reflecting upon gender issues, contemporary girlhood and object-subject relations', aldus de website van Onomatopee. Voorafgaand aan de opening, word ik door Frye en Ellens ontvangen in ‘The Girls’ Room’; een roze tl-belichtte slaapkamer die fungeert als collectief startpunt, groepsexpositie én ontmoetingsplaats van het project. We nemen plaats rondom het centrale bed in deze archetypische ‘meisjeskamer’.
February, 2018
Metropolis M
Bij binnenkomst in de hoge ruimte tref ik een lange, grijze streep. De streep is horizontaal op de muur geschilderd en beweegt zich mee met de hoeken van de kamer. De streep voert je als toeschouwer langs een verhaal. Dit verhaal keert zo’n 35.000 jaar terug in de tijd en is vormgegeven als een slakkenhuis dat zich opkrult tot haar binnenste: de hoeken van de kamer worden nauwer en de ruimte om je heen verdwijnt. Op de streep zijn twee onder elkaar geplaatste rijen te onderscheiden: een bovenste rij met 139 zelfstandige werken en een onderste rij met informatie afkomstig van het blog. Op het blog tonen genodigde kunstenaars al vanaf 2013 hun verwantschap met een collega kunstenaar - ofwel inspirator - die helaas niet meer onder ons is, maar altijd centraal zal blijven staan in zijn/haar kunstenaarschap (zoals de titel stelt: Niets dan goeds over de doden). Ook hier, in deze fysieke ruimte, wordt enerzijds duidelijk dat de kunstenaar in een eeuwenoude traditie staat- en altijd zal blijven staan (beïnvloeding en inspiratie zijn doorlopende processen), anderzijds berust 139 X Nothing But Good juist op een open vraag. Alle kunstenaars die een bijdrage aan de blog hebben geleverd zijn uitgenodigd om een werk op A4 formaat te maken, onafhankelijk van de blogbijdrage. Een A4tje, zónder lijst.
September, 2018
Metropolis M
De vandaag te openen tentoonstelling Robot Love is het hoofdonderdeel van een door de Stichting Niet Normaal georganiseerd evenement dat een aanvang nam met de Robot Love Ambassade tijdens de Dutch Design Week 2017, en verder bestaat uit een website, een blog waarop gechat kan worden met robot PIP (‘a bot that likes to learn about love’), en een begin deze maand gepresenteerde publicatie. Robot Love is een tentoonstelling die op geheel eigen wijze wil vertellen over de liefde tussen mens en robot. In vijftig kunstwerken wordt op allerlei manieren ingegaan op de vraag wat het betekent om mens te zijn in een wereld vol artificiële intelligentie (AI) en robotica. Hoe kunnen wij robots, als nieuwkomers in deze wereld, liefhebben en leren opvoeden? En wat betekent dit voor ons als mens? Net als bij eerder projecten van Niet Normaal wil de stichting een publiek debat initiëren. ‘We willen nog niet te veel prijsgeven over deze expositie, maar er spreekt een affirmatieve benadering van de intieme relatie tussen robot en mens uit’, aldus Daniël Bouw, hoofd communicatie.
December, 2018
Metropolis M
Met licht, kleur en ruimte, wordt in het werk van Ann Veronica Janssens een spel gespeeld met waarneming en werkelijkheid. In haar eerste grote Nederlandse solo creëert ze een ruimte vol kleurrijke mist die je de moed geeft mentaal los te durven laten. Eenmaal buiten schreeuwt de realiteit je confronterend tegemoet, maar zie je scherper dan voorheen.
‘Je wacht op mijn sein in de mistvrije ruimte. Pas daarna mag je de tweede deur openen’, vertelt een suppoost van museum De Pont. We staan achter elkaar in een keurige rij. Twee aan twee mogen we de ruimte betreden. Na enkele seconden in de tussenruimte lopen we verder, de mist tegemoet. De suppoost achter ons waarschuwt nog snel voor natte schoenen, verzekert ons niet te gaan breakdancen en wijst ons op de muren, als handvatten voor het zoeken naar de uitgang. Eenmaal binnen in Blue, purple and orange (2018) zie je niks. Een zachte mist is overal en als enige aanwezig. Kijkend naar je handen en voeten, lichaamsdelen waar je vaag op scherp kunt stellen, begeef je je in een extase van kleur. Hoe ver je kunt lopen is onduidelijk, maar langzaam onderscheid je in de verte een schim en kun je een plafond herkennen. Ondanks het verdere niks en een onbestemd gevoel, krijg je als mens weer een beetje controle terug. Je dwaalt van blauw in paars en oranje en ervaart enkel deze tijdelijke roes.
Februari, 2019
Jegens & Tevens
Vanuit het Stadhuisplein in Eindhoven kijk ik door de etalageruiten van Wallspace. Het is 20 uur en donker op straat. Op het plein wordt door een enkeling nog geskateboard. De glazen doorkijk toont de gehele horizontale as van de expositie. Het felle licht daarbinnen laat mijn ogen samentrekken. Ik wrijf en kijk beter. Achter de ruit een installatie van bierblikjes, abstracte schilderkunst en kleding aan een rek.
L’INVENTION DU QUOTIDIEN, de tweede en tevens een na laatste expositie van curator Pernilla Ellens in deze semipublieke ruimte, plaatst het werk van kunstenaars Bas van den Hurk, Tyrell Kuipersen Guus van der Velden in een verweven decor. De ruimte bevindt zich links van Wall Street, een restaurant-als-kunstwerk waarin je kunt eten en drinken. Waar Wallspace kunst letterlijk toont, is Wall Street een onderzoek naar alternatieve vormen van economie en het inherente begrip waarde. Ik ga in gesprek met de filosofie achter beiden en de huidige expositie die hier op eigenwijze gehoor aan geeft. Aan tafel zitten kunstenaars Bas van den Hurk, Tyrell Kuipers, curator Pernilla Ellens en initiatiefnemer Wall Street Lucas Maassen.
March, 2019
Jegens & Tevens
Op de dag van mijn bezoek is Nederland in rep en roep. Drie vrouwen op straat klemmen zich aan elkaar vast om niet weg te hoeven waaien in de wind, de voorste innig verstrengeld in een omhelzing met lantaarnpaal. Ik bereik het Stedelijk Museum Schiedam met een kapotte paraplu, mijn oren suizen, de lucht rondom dreunt door. Manzoni in Holland toont deze doodnormale lucht als kunstwerk. Het is één van de studieobjecten van de te jong overleden kunstenaar Piero Manzoni (Milaan, 1933-1963). Evenals het licht, onze adem en op zijn minst even alledaags: poep.
April, 2019
Jegens & Tevens
All of old. Nothing else ever. Ever tried. Ever failed. No matter. Try again. Fail again. Fail better. - Samuel Beckett, Worstward ho (1986)
Het zou hem slechts zestig dagen kosten de Atlantische Oceaan over te varen. In een kleine zeilboot van 12,5 voet begon de Nederlands-Californische kunstenaar Bas Jan Ader zijn reis op 9 juli 1975. Zo’n jaar later werd het wrak van de boot gevonden ergens aan de Ierse kust, de zeemansman verdween voor altijd.
Ader noemde zijn reis ‘In Search of the Miraculous’, een tragische mythe die door grote mysterie (Was het een ultieme overgave aan de krachten van de natuur? Een poging tot romantische zelfdoding? Een ongeluk? Een zoektocht naar het sublieme in de kunsten?) blijft boeien. Sinds decennia is het werk van Ader van grote waarde in het kunstdiscours. Er worden documentaires gemaakt en biografieën geschreven, maar Ader zal vast nooit terugkeren aan land. Ik typ met gefronste wenkbrauwen. Misschien leeft hij ergens nog wel, ‘gevangen’ door zijn gebouwde scene. Maar ook dat is speculeren.
Eén ding moge duidelijk zijn. Er zijn vele perspectieven op de casus-Ader te bieden, en die worden er dus ook geboden. Waar kunstcriticus Jan Verwoert in zijn essay In Search of the Miraculous (2006), opgedragen aan de reis-als-kunstwerk zelf, louter de omstandigheden van de verdwijning zelf analyseert uitgaande van het performatieve karakter van het werk, is de nieuwe documentaire The Man Who Looked Beyond the Horizon(2018) van Martijn Blekendaal eerder een poëtische ode aan de mysterie, het open eind. Blekendaals jeugddocumentaire heeft een IDFA Award 2018 gewonnen en draait momenteel tijdens The Best of IDFA on Tour o.a. in het Tilburgse Cinecitta, daar waar zíjn perspectief op het verhaal mag worden getoond. Ik begeef me hier in een uitverkochte zaal publiek met voornamelijk 40+ers, kijkend naar een jeugddocumentaire die zich richt op kinderen van 9 tot 15 jaar oud.
May, 2019
Jegens & Tevens
Afra Eisma’s work can be described as both autobiographical and energetic. In the realities which she constructs, common stories are told through color and play. Using sculpture, textiles and ceramics Eisma shows an enormous lust for life: stories must be shared and the energy are being transferred to an audience. Within entering the overload of objects, our personal game starts. While sticking together the pieces of this visual puzzle, the story reveals. In a world that is intoxicated with alienation, exclusion and fear, opening yourself is extremely important, Eisma states.
You are mainly political outside of your work, in other forms than works of art. Can you give us an example of this?
I think it’s important that when you make or do something for political commitment, it must be more important than what you get in return. Ask yourself: what do I really give back to the community you want to address?
Metropolis M
'Dan begrijp ik dat alles verbonden is, dat alle ruimte lucht is. En dat achter een muur een constructie schuilt of een andere ruimte. Dat zijn de aanleidingen om een werk te beginnen.' Liza Voetman is op bezoek in het atelier en tiny house van Margot Zweers.
Op een broeierige zaterdag reis ik naar Breda. ‘Kiss and ride is aan de achterzijde van het station, Belcrum kant. Tot straks!’ Margot Zweers wacht me op in de auto van haar moeder. We rijden onder een felle zon naar haar atelier en tiny house in Terheijden en brengen later die middag een bezoek aan Stedelijk Museum Breda. Hier toont Zweers een installatie die zij voor het hart van het museum maakte, een lichte binnenplaats met grijze muren die niet vierkant blijkt te zijn.
Ik ken Zweers van de academie in Breda. Toen zij in 2012 afstudeerde, begon ik net. In mijn examenjaar, 2015, werd ik door een docent op haar werk The sky will connect us somewhere gewezen, bestaande uit 104 houten boxen met blauwe pigmenten. Ik onderzocht toen zelf ook het blauw van de lucht. Zweers is me altijd blijven fascineren door haar vermogen zich een ruimte toe te eigenen, te herdefiniëren en construeren. Nu jaren later naast haar in deze klamme auto te zitten, voelt ze bijna als een oude penvriendin. ‘Na St. Joost ben ik direct verder gegaan met de master sculptuur aan de Hochschule für bildende Künste in Hamburg’, vertelt Zweers met haar ogen gericht op de smalle weg voor ons. ‘Iedereen studeerde er Beeldende Kunst, in Breda was dat maar een klein groepje.
May, 2019
May, 2019
Jegens & Tevens
At the age of seventeen, Laila Hida moved from Morocco to Paris to study English literature at Sorbonne, as well as communication and journalism. There also arose the deep rooted desire to study cinema; sometime. After twelve years in the French metropolis, Hida decided to go back to Marrakech. Here she founded the project space LE 18, Derb el Ferrane, an multidisciplinary art space with the aim to let people [artists, curators, researchers, the neighborhood] connect, exchange, create and reflect on art and society.
LE 18 opens up dialogue on social issues, as for instance the city space and transformative cultural scene. By bridging imaginary walls, LE 18 avoids conventions and entrenched dogmas constantly, since it’s art’s nature to raise questions: “about our being, our history in the making, our relations to each other’s; our past, our future; about forms of art and dissemination, about art itself, in the sense of what is qualified as art and what is not”, Hida mentions.
February, 2020
Metropolis M
Stedelijk Museum Breda opent de solotentoonstelling Zwaar als een vogel van kunstenaar Sef Peeters op Valentijnsdag. (Gast)curator Rebecca Nelemans en directeur Dingeman Kuilman spreken in hun inleidingsspeeches over Sefs bescheidenheid enerzijds en vastberadenheid anderzijds. Zwaar als een vogel is echter geen compromis te noemen. Het bestaat uit een tiental grote installaties, een minimale hoeveelheid begeleidende informatie en archiefmateriaal in door Berry van Gerwen ontworpen vitrines, zoals Sef dat zelf wilde. Zaalteksten en titelbordjes zouden de aandacht voor het werk volgens Sef enkel afzwakken, omdat zijn werk altijd al door-, als-, of uit tekst bestaat. In plaats daarvan krijg je daarom als bezoeker slechts een bescheiden zaalgids en kleurpotlood mee. Ik vermoed dat vele bezoekers met mij het gebundelde pakketje informatie pas na het verlaten van het museum zullen openen.
March, 2020
Jegens & Tevens
Alles deze dagen voelt zo relatief. Mijn mobiel die na 30 minuten een nieuwe pop up nieuws doorgeeft heeft alle aandacht. Het leert alles in dezelfde woonkamer (opnieuw) lief te hebben. Familie, liefde, de boekenkast. Met zijn allen – alleen binnen zijn. Dichterbij dan ooit. Ik zit in de vensterbank, voel de zon op mijn voorhoofd schijnen, de straat buiten is leeg. Hoe we om kunnen gaan met deze onaangekondigde, geruisloze dagen is ons van te voren niet als toolkit voorgedaan. Ik herlees deze week twee boeken en vind voor nu een antwoord in de literatuur.
Die twee boeken zijn van Michel Houellebecq, In aanwezigheid van Schopenhauer uit 2018, en van Judith Butler, Undoing gender, hoofdstuk ‘Beside Oneself: On the Limits of Sexual Autonomy’, gepubliceerd in 2004. Beiden benadrukken stil te staan bij onze afhankelijkheid van het andere, datgene buiten ons, en hoe daarnaar te luisteren.
Nu we niet in fysiek contact staan met dat andere, al dagen kijk ik net als jij door hetzelfde raam naar de vooral lege straat, is het onze gemeenschappelijke menselijkheid die overblijft. Onze universele waarden gezondheid, solidariteit en, zoals Jesse Klaver het eerder deze week al goed verwoorde, onze empathie, die ons door deze tijden heen begeleiden. Zonder dat, zijn we niet zoveel. “Deze crisis laat ons zien wie wij ten diepste als mensen en als samenleving zijn”, aldus Klaver. We hebben nu vooral samenwerkingen nodig, het gevoel gedeelde verantwoordelijkheid voor iets groters van ons eigen succes te dragen, iets wat we moeten blijven onthouden. Dáár, in de toekomst, over een tijd waarvan we de duur nog niet weten, maar wanneer we het wellicht dreigen te vergeten.
June, 2020
Kunsthuis SYB
Deze tekst gaat over context. En dan met name over het jezelf thuis voelen in een context die niet-eigen of anders is. Je kunt interesse hebben in een context anders dan het bekende, het eigene, maar de vraag is: Hoe ga je daarmee om?
Het hoe van deze omgang met een voor jou afwijkende context, wanneer je daarin verkeert of wilt verkeren, stel ik in deze korte beschouwing centraal, naar aanleiding van de werkperiode van onderzoeker Petra Ponte in het Friese Beetsterzwaag. In haar persoonlijke zoektocht stelt Ponte de vraag of en in hoeverre het werk en leven van kunstenares Nola Hatterman (1899-1984) en diegenen die haar inspireerden – onder wie vrijheidsstrijder Boni (ca. 1730-1793) – haarzelf en anderen nu kan inspireren. Zij raakt voor mij daarmee de vraag naar het hoe van sociale relaties in veranderende contexten.
Toen ik onlangs met ongecontroleerde pas van mijn werk terug naar huis slenterde passeerde ik de bekende vijfsplitsing in de stad. De vijf smalle straatjes markeren het centrumhart. Twee van hen kennen een café als hoek. Eén hoek bestaat uit een studentenhuis, de ander mondt uit in een loze, open ruimte dat ooit als een parkje doorging en de laatste in een winkelpand. Wanneer je er fietst, loopt of autorijdt, is het altijd oppassen. Het publiek op de vijfsplitsing moet dan zelf zien uit te vogelen wie als eerste passeert, en wie geduldig wacht. En toch gebeuren er vrijwel geen ongelukken. Juist omdat een ieder naar de andere vier perspectieven op de weg kijkt, boven de eigen straat uitstijgt en het toekomstige ongeluk al probeert te overzien. We letten dus simpelweg op (elkaar).
Conflictsituaties| Ponte en ik ontmoeten elkaar op zondag 17 november 2019. Zij werkt nu een kleine week in het gastatelier aan haar onderzoeksproject Nola & Boni en heeft de wanden van SYB behangen met krantenartikelen, waarvan enkele zinnen geel gemarkeerd. We nemen plaats op de houten bank waar kussens in zijn neergelegd. Vandaag gaat Ponte in gesprek met Ellen de Vries (publicist en onderzoeker) en Marieke Zwart (kunstenaar) zoals in het huis van Hatterman destijds gebeurde: als een plek voor samenkomst, om te praten, te luisteren en te eten en drinken. Het is warm binnen. Er smeult geur van bonenstoof uit de keuken. Een bescheiden groep mensen luistert naar het gesprek, ondersteund met beeldmateriaal van het werk van Hatterman: schilderijen waarop de witte kunstenares veelal zwarte mensen uit haar directe omgeving heeft geportretteerd. Dat Hatterman specifiek zwarte personen in de hedendaagse samenleving in beeld bracht kwam ook vanuit een herkenning die zij ervaarde tussen haar ongelijke positie in die samenleving als vrouw en die van mensen van kleur. In Nederland, en later in Suriname, streed Hatterman tegen racisme en voor antikoloniale bewustwording in de kunst en daarbuiten.
Zwart, die in 2014 naar Curaçao reisde en een film maakte waarin een Curaçaose man de hoofdrol speelt, stond tijdens het editen van de film stil bij de vraag wat zij nu precies gedaan had. Mensen vroegen het haar. Kun je, als witte vrouw, een zwarte man tekenen, en het proces van tekenen – zonder de man in beeld te brengen – filmen? De camera van Zwart was gericht op haarzelf, zwetend in een shirtje in de hoek van een kleine kamer. Het was juist het conflict wat ontstond dat het handelen interessant voor haar maakte: de verhouding van haarzelf – jonger dan nu – in relatie tot de context waarin zij zich verkeerde, de mensen met wie zij werkte en de relatie tussen hen en het uiteindelijke werk dat ontstond, evenals de plek waarin dit kunstwerk zich later zou kunnen manifesteren. Niet alleen te hebben gezien, maar daadwerkelijk te hebben gevoeld.
Context gaat gepaard met conflict, omdat we slechts vanuit een gering kader kunnen spreken, denken en ervaren. Ik vraag me af of dat interessant is, of problematisch. Zou géén conflict voor vrede zorgen, of zou, zonder conflict, onze innerlijke noodzaak juist zacht verstillen? De zwaarste last bedrukt, maar leert ons tegelijkertijd intens te leven, zoals Milan Kundera zo mooi beschrijft.[1] Zonder zwaarte als tegenkracht stijgen we op als een veertje: vrij, maar zinloos. Zonder conflict zou de strijdlust in ons mogelijk dalen, onze emoties stillen, de wereld barsten. Ik vind dat we conflict niet moeten willen stillen evenals het niet te willen mijden, maar het moeten aangaan. En dan op de goede manier aangaan: het hoe van het aangaan van conflict centraliseren. Geïnteresseerd in het andere buiten het zelf, hoe ga je daarmee om? Het is voor mij de belangrijkste vraag die met het zien van Zwart’s film werd blootgelegd. Om schrijver Bas Heijne te citeren: Als je beseft dat objectiviteit niet bestaat, en alles afhankelijk is van context, hoe ga je dan om met subjectiviteit?[2]
Context Matters| Wanneer we worden aangeraakt door een onbekende (context) aan de hand van een afbeelding, op sociale media of in de krant, kunnen we onszelf zoals Heijne terecht doet de vraag stellen of we onszelf nu écht in aanraking voelen staan met die ander, we er onszelf betrokken door gaan voelen. Betekent het zien van andere(n)(contexten) op beeld, bijvoorbeeld als je pijn of verdriet ziet op TV, dat we onszelf erdoor kunnen laten vervoeren, we uit betrokkenheid gaan handelen? Heijne constateert pijnlijk maar waar dat we als mens inderdaad kunnen trillen op onze benen tijdens en kort na een dergelijk moment van beeld te hebben-gezien, maar het gevoel niet lang daarna weer hevig wegebt, wanneer we gewoon weer ‘aan de borrel’ gaan. Hij ervaarde zelf een mens-tot-mens aanraking (voorbij het zien van een foto in de krant, en voorbij ook deze tekst) tijdens zijn ontmoeting met een oude bekende in Parijs. De bekende was werkloos geworden, bracht zijn nachten door bij vrienden, maar ook op straat. Aan de Parijse’ bar stortte de man in. Heijne stond nu oog in oog met de wereld van armoede, welke voor hem altijd ver weg was geweest.[3] Een omgang met subjectiviteit en de bereidwilligheid om in dialoog met het onbekende te staan, begint vooral met te-voelen, en daarvoor is ontmoeting nodig, zoals door Zwart herhaaldelijk aan Curaçao.
Een Ander toe te laten door interne grenzen meer open te stellen begint volgens mij met die ontmoeting aan die bar, of waar dan ook nabij-te-zijn. David Bernstein stelt in The Water Party voor dat water een magisch redmiddel voor ons zou kunnen zijn, om ontmoeting in het publieke domein – wat heden ten dagen toch meer als ‘semipubliek’ kan doorgaan – samen te realiseren. Zijn tekst[4] kan worden benaderd als politieke ode: we zouden publieke drinkfonteinen op iedere straathoek moeten plaatsen vanuit een collectief verlangen naar warme badplaatsen om in samen te smelten, iets wat we mijns inziens zijn verleerd. We hebben badplaatsen verruild voor onze eigen badkamers, net zoals al het publieke is verruild voor het private leven, elders. Het gelijke domein, zonder ander doeleinde dan dat gelijke, dat pure samenzijn, bestaat nu eigenlijk niet. Hier reguleren grenzen niet, maar verstoren ze. Ze worden ingevoerd om Het Zelf en Een Ander van elkaar te distantiëren. We gaan Een Ander meer benaderen vanuit angst en uitsluiting, bang voor ons eigen identiteitsverlies. Het is het mentale bouwen van een grens om ons eigen denken en voelen dat me laat stranden op de vraag hoe nog om te kunnen gaan met het oprekken van onzichtbare grenzen: Hoe nog in oprechte dialogen te treden?
Toen ik afgelopen maanden een tekst probeerde te schrijven over de artistieke praktijk van kunstenares Laila Hida in Marrakesh, besefte ik al gauw dat ik naar Marokko moest. “[…] om jezelf te confronteren met je eigen identiteit en je eigen leefgebied en dat vervolgens op een andere manier te kunnen bekijken. Wanneer je blik op het vreemde gericht is, op Een Ander, dan komt de blik vanzelf terug”, verwoordt de tekst It is part XV of an esemble and this esemble is not necessarily ceremonial[5] van kunstenaars Jochem van Laarhoven en Bas van den Hurk mijn intentie om die reis te maken scherp. Tegelijkertijd was mijn intentie om het nog onbekende te kunnen voelen, al voordat ik vertrok, begrensd. De onoverbrugbare afstand waar Van Laarhoven en Van den Hurk in hun tekst op doelen kan worden aangeraakt vanuit een poging die afstand (voor even) op te heffen. Dat had ik geprobeerd te evenaren, maar het kunnen opheffen van de onzichtbare grens tussen Het Zelf en Een Ander, is gelimiteerd. We kunnen voelen dat er grenzen zijn, weten dat die er ook mogen zijn, en kunnen dus maar tot een bepaalde mate voelen wat een ander voelt. Desalniettemin is de intentie om de eigen grens te overstijgen vanuit het besef dat dit eigen perspectief gelimiteerd is, één van de belangrijkste voorwaardes om in oprechte dialogen te kunnen treden, gedreven vanuit wederzijdse interesse voor en -in elkaar(s) context).
Pleidooi voor subjectiviteit| Begin december sprak ik op Utrecht Centraal af met kunstenaar Bjørg-Linde Michaela in voorbereiding op mijn reis naar Marokko, en stuitte ik op dezelfde vraag. Ik had haar uitgenodigd om te praten over de nog onbekende context, want ik had geen idee waarnaar ik toe reisde. De foto’s op haar Instagram toonden woestijnbeelden, huizen in die woestijn, straatdelen en mensen op straat. De foto’s hadden rumoer teweeg gebracht in de voorbereiding van een Rotterdamse kunstexpositie, en waren uiteindelijk niet getoond. Ze zouden oriëntaals zijn, not done. Nu was de jongen op haar foto’s Bjørg’s eigen vriend. Mocht de foto niet worden getoond in Nederland, maar wel in Marokko? Kon dat wel, niet? Kon een beeld worden getoond in een context waar het niet ‘volledig’ gekend zou worden, niet op de manier hoe het in ‘werkelijkheid’ was? En was dat erg? Niet juist noodzakelijk?
Een ander voorbeeld die de problematiek van het altijd gebonden perspectief door context voor mij blootlegt, is de voorstelling Dear Winnie, gespeeld door negen zwarte vrouwen met Afrikaanse roots; danseressen, zangeressen en actrices. Ik vind het een verbluffende show over identiteit, vrouw-zijn en rechtvaardigheid. Pas toen de vrouwen zelf besloten het podium te verlaten durfde ik los te laten: ik had met spanning in mijn lijf gekeken. Zolang, totdat ik mijn aangespannen spieren gingen voelen. Ik was op het puntje van mijn stoel gaan zitten, mijmerend wat ik hier nu van zou moeten vinden, terwijl die vraag er eigenlijk niet zoveel toe deed. Ik had geen mening, dacht ik toen. Ik keek. Maar later, in de gang van de toiletten waar een lange rij naar buiten puilde, zocht ik toch op mijn telefoon naar bijstanders van de ervaring die ik nog niet zelf had geplaatst. Ik las reviews online. Ik zocht drentelend naar begripsvorming. Linkervoet, rechtervoet, linkervoet, de rij verkortte. Ik zocht door. Naar duiding, herkenning, naar iéts om mijn ervaring aan te kunnen toetsen. Maar wat ik las gaf me enkel meer dat weeïge gevoel in mijn onderbuik: een behoefte aan correcte duiding. Diezelfde behoefte had ik daar in de rij voor het toilet, verlangend naar het gevoel mijn ervaring te kunnen plaatsen. Maar feit blijft: er zijn ontelbare waarheden die door subjecten beleefd kunnen worden. Moet een perspectief alomvattend zijn, en bestaat zoiets eigenlijk wel? Hoe ‘lezen’ we iets, in een andere context dan voor ons-eigen?
Het optreden van de negen spelers zou niet objectief zijn. Maar het optreden was een voorstelling, geen documentaire. De voorstelling en kritiek was anders bedoeld. Dear Winnie was er niet om te veraangenamen of vanuit diverse posities een afgewogen positie in te nemen. De voorstelling neemt een standpunt in vanuit de ervaringen en verhalen van negen subjecten, en subjectiviteit is welgemeend niet eenzijdig waar of onwaar. We blijven subjectieve belevers die enkel kunnen luisteren naar de ratio achter iemands gevoel door hiermee in aanraking te komen, voorbij de veilige hub te treden. Daar ontstaat een belangrijk conflict. Dit conflict, dat ik graag de struggle van subjectiviteit zou willen noemen, moeten we omarmen om te voelen dat onze eigen perceptief niet geldend objectief, maar eenzijdig en beperkt is als we het als ‘waar’ aannemen tussen miljoenen anderen waarheden.
Eenmaal in Marrakesh stond ik oog in oog met het werk van twee Belgische kunstenaars. Ik kantelde mijn hoofd en had mijn wenkbrauwen hoog opgetrokken. In een gespreksopname tussen mijn vriend en mij, later die avond, hoor ik de onverklaarbaarheid in mijn eigen stem. Ik was gefrustreerd, ík snapte het niet en ík moest het gáán snappen anders kon ík er toch niks over schrijven?! Tegenover het werk van de Belgische kunstenares in kunstruimte LE18 besefte ik de dag erna, midden in de Medina waar ik zo gehoopt had op het zien van ‘Marokkaanse kunstwerken’ – terwijl het juist die problematiek was waarover ik wilde schrijven – gelukkig wat ook mijn grote probleem was. Hida leerde me dat kunstenaars in Marokko zich als tool gebruikt kunnen voelen worden, ingezet voor een Europese, westerse presentatie van wat ‘Afrikaanse’ of ‘Arab’ kunst zou zijn maar het in werkelijkheid niet volledig is (het is geproduceerd voor een specifiek publiek, gecureerd door curators die een beeld hebben van de betreffende kunst, maar cultuur daarmee rechtlijnig framed). Een oprechte dialoog in onbekende contexten begint allereerst met Een Ander niet te framen in dienst van en- voor onze eigen identiteit. Context gaat zoals gezegd gepaard met conflict, omdat we slechts vanuit een gering kader kunnen spreken, denken en ervaren. De dialoog met Belgische kunstenaars in de Medina biedt nieuwe perspectieven op een context die voor Hida- eigen is. Door context te bieden en openen voor anderen, wordt perspectief verruimd.
Besluit| Als we vanuit de overtuiging handelen dat de wereld vanuit meerdere perspectieven betreden kan worden, is het niet de angst die ons ervan weerhoudt, maar het geloof in een belofte die ons tot actie overbrengt, zoals Ponte in haar werkperiode onderzoekt. De omarming van onze diversiteit is een basis voor groei: pas in dialoog met hetgeen waartoe we ons verhouden, kunnen wij betrokken handelen, zoals Zwart’s film me die middag leert. Het denkend intellect als subject blijft toch een levend ding dat te allen tijde is verpakt met gevoelens, verlangens, pijn, hoop, liefde en verdriet. We kunnen als subject niet vanaf 5 wegen tegelijkertijd kijken, en dat hoeft ook niet. We kunnen wel opletten om ongelukken te voorkomen, en een ander voor te laten gaan. Daarvoor hoeven we enkel plaats te maken, zelf een versnelling terug te doen. En soms kan er, met gedegen intenties, ook een bewuste botsing ontstaan – zoals we dit jaar het Nederlands Paviljoen met de Biënnale van Venetië afstaan aan Estland. Die botsing kan enkel voortkomen vanuit de noodzakelijkheid even te moeten botsen, wanneer er in een context nu eenmaal moet worden geduwd, gesprongen, gescheurd en geschaterlacht. Niet om Het Zelf of Een Ander te blesseren, maar om beiden ogen te openen, en vele ogen met ons.
Deze tekst is in opdracht van Kunsthuis SYB geschreven door Liza Voetman voor SYB Circles, over het project dat Petra Ponte in november en december 2019 uitvoerde in SYB, getiteld Nola & Boni. De afbeelding is gemaakt door Maarten van Maanen, de Friese vertaling is gedaan door Eduard Knotter. Nola & Boni werd mogelijk gemaakt met steun van het Mondriaan Fonds en het Bankgiroloterijfonds.
[1]
Kundera, 1983
Kundera, M. (1983). De ondraaglijke Lichtheid van het bestaan. Weesp: Agathon
[2]
Heijne, 2019
https://www.nrc.nl/nieuws/2019/09/20/de-geest-is-uit-de-geesteswetenschap-a3974134
[3]
Idem
https://www.nrc.nl/nieuws/2019/12/20/het-gaat-helemaal-niet-om-feiten-het-gaat-om-beleving-a3984565
[4]
Bernstein, 2019
Bernstein, D. (2019, 30 maart). The Water Party. Geraagdpleegd van https://www.metropolism.com/nl/features/37863_column_david_bernstein_the_water_party
[5]
Deze tekst schreven Van Laarhoven en Van den Hurk tijdens hun residentie in het Luceberthuis, Bergen, 2020.
June, 2020
Onomatopee 185.2, Lucas Maassen, 2020
Newspaper - Residency For The People, Quarantaine sessions'
Editor Lucas Maassen
Author Liza Voetman
Graphic Wibke Bramesfeld
July, 2020
Kunsthuis SYB
Colofon
Tekst en vertaling naar Nederlands: Liza Voetman
Eindredactie Brenda Tempelaar:
Afbeeldingen: Halla Einarsdóttir
Circles graphics: Maarten van Maanen
Deze tekst maakt deel uit van SYB Circles (2019/2020)
Nederlandse versie:
http://kunsthuissyb.nl/circles-what-does-the-space-between-here-and-there-narrate/
On the 21st of July, Halla Einarsdóttir and I met on Skype. It was four days before her presentation at Kunsthuis SYB that concluded a work period of – let’s say – three short but productive weeks. At a physical distance, from my kitchen table in Brabant, we talk about the space between in- and outside, fiction and reality and text and images. I ask her how the external circumstances in Friesland affected Einarsdóttir’s internal, artistic practice. And what becomes visible in her artistic process regulated in this distanced space in Friesland – as she described SYB in her proposal – during COVID-19, as well as the influence of a changing environment on the public ‘surface’ of her artistry.
0/ (Before Skype)
Originating from Iceland, Halla Einarsdóttir (1991) went back to the highlands of Iceland several times after graduating from the Gerrit Rietveld Academy in 2016. At the moment she is pursuing a Masters degree at the Piet Zwart Institute, in which she investigates the ways in which external environments can influence our (internal) perspective and behaviour. Starting from this visible shell of something or someone, she embraces the power of storytelling. A surface, whether from an object or person, on the one hand exposes the reaction to an external state of power, on the other hand it exists as a border to the underlying. I think that patterns within this surface, as a crack in the visible, could be seen as a metaphor between those two separated ‘spaces’: it illustrates the space between the internal and external, between what ‘is’ and what hides deeper underneath, touching an interesting tension we’re centralizing today.
July, 2020
Metropolis M
De vraag of we in deze wereld eigenlijk nog écht contact met elkaar kunnen hebben, is terecht. Schrijver Bas Heijne stelde hem onlangs al in zijn essay Mens/Onmens (2020). Kunnen we nog écht aangeraakt worden door het zien of horen van een ‘ander’ via de alom aanwezige beelden op televisieschermen en socialmedia-kanalen? Voelen we eigenlijk nog wel als we horen en zien? We gaan daarna immers gewoon weer door met ons eigen leven. Écht contact, zo stellen ook de Riebeeks met hem, begint met oprechte ontmoetingen, met aanraken en aangeraakt worden. En dat is wat Martin en Inge Riebeek al jaren opzoeken. Geregeld maken zij afzonderlijke reizen van zesentwintig dagen, waarin ze oogcontact maken met een onbekend persoon in een onbekende straat en dit korte moment van contact inzetten om met diegene in gesprek te gaan. Het omvangrijke videoarchief van de Riebeeks stelt die ontmoeting wereldwijd centraal. Kijkend naar de portretten op een scherm zijn we getuige van het contact dat al heeft plaatsgevonden, maar dat tegelijkertijd nú voor onze eigen ogen plaatsvindt.
Still van portret Alessandra Clemente in Napels, courtesy Martin en Inge Riebeek
August, 2020
Jegens & Tevens
I’m looking at a shape covered in a fabric sleeve. ‘It doesn’t stop starting’, the sleeve narrates. It appears to be a cycle and is part of Jeannette Slütter’s (1988) solo exhibition in Moira, Utrecht, mentioning the temporality and changeability of life. I’ve never seen the work in real life and look further at Slütter’s website, followed by her Tumblr account and Instagram profile. It soon becomes clear that Slütter’s practice centralizes our reality as a stage for choreographies: the works are a combination of both site-specific situations and performances in which the spectator takes on an active role, and I really should have seen the work. The existing stage that remains now, is the anonymity from which we will talk. Thirteen questions by e-mail give rise to a further Skype conversation in which we will focus on the frictions ‘authorship’, ‘dialogue’ and the ‘artistry’ – concepts that aren’t just inherent in our meeting, but in Slütter’s practice as well.
September, 2020
Jegens & Tevens
Being a curator for the recently opened home for contemporary culture – Het HEM in Zaandam – and previously for the NDSM shipyard in Amsterdam, Rieke Vos (1981, Arnhem) works in close exchanges and dialogues. While talking about her curatorial practice she refers to three projects in the former Dutch Weapon Factory called ‘chapters’: artistic programs that expand on the format of an exhibition by including concerts, (theatre) performances or even boxing matches. Each chapter is based on its own approach to the space, to really see its context and to seek freedom within restrictions and value in collaboration with invited guests – such as the creative entrepreneurial duo Edson Sabajo and Guillaume Schmidt, known from their streetwear and lifestyle brand Patta. While currently curating ALL INN, presenting work of 150 young, recently graduated artists from all Fine Art bachelor’s programs in The Netherlands, Vos doesn’t aim to present a talent scout platform. Instead, ALL INN promotes cooperation and offers tools in- and for the (young) art discourse itself.
December, 2020
Over de werkperiode van Dieke Venema in De Fabriek, Eindhoven (2020)
1. Een horizontale, monumentale sculptuur is op een kleine vijf meter afstand van de ingang van de ruimte geplaatst en betekent voor mij twee dingen. Enerzijds begrenst het mij van het totaalaanzicht op de ruimte achterliggend aan de sculptuur, waarvan ik weet dat deze groot, hoog en wit is. Anderzijds bestaat de sculptuur als vriendelijke lijn: zoals een met de hand gezette penstreep de aanwezigheid van inkt op een drager illustreert en tegelijkertijd de ruimte rondom markeert, die daarmee ontstaat.
April, 2021
Jegens & Tevens
De Jegens & Tevens Collectie
Afgelopen zomer, de zomer van 2020 die ná de eerste lockdown en vóór de 2e even lucht in het leven blies, bezochten menigeen en ik de tentoonstelling Lucht in Museum Kranenburgh, Bergen. Over de tentoonstelling werd ruimhartig geschreven, zoals door Van Binsbergen (2020) in de Volkskrant: “van tevoren hadden de curatoren van de tentoonstelling […] nooit durven dromen dat die [Lucht] zó actueel zou worden.” Ook buiten de museummuren was de lucht blauw, net zoals de zee, een paar kilometer verderop in Egmond. Ik lag enkele dagen aan een strand waar het uitzicht werd vertroebeld door teveel mensen in het water, ik was zelf één van hen. Als een aankondiging voor onheil brak onderwater een muil de kust in tweeën. Plezier werd door natuur verstoord. Maar de lucht, die bleef blauw. Er was geen condensspoor te bekennen.
‘Vluchtig’ kan als begrip in drie woorden worden gebroken: vlucht, lucht en luchtig. Zowel ‘vlucht’ als ‘lucht’ en ‘luchtig’ dragen één gemene deler:
Vlucht: beweging
Lucht: ruimte
Luchtig: openheid
De actualiteit van de lucht zou toegeschreven kunnen worden aan die deler: de beweging, of vibratie. En dus: het besef van en in leven te zijn.
June, 2021
Jegens & Tevens
De Jegens & Tevens Collectie
Het was 2018, over de 39 °C en we dronken oranje wijn uit grote glazen te midden van de chaotische stad. Zweetdruppels krioelden zich over mijn rug langzaam naar beneden. Het was bijna niet te doen. Tbilisi is een bijzondere stad voor al wie geen haast ervaart of wil ervaren. Met mijn notulenboekje braaf op zak had ik die paar dagen enkele zinnen gekrabbeld.
Ik moet eraan denken nu ik, ruim drieënhalf jaar later, hevig in mijn fotoarchief zoek naar één opgeslagen foto, destijds geschoten in de Dimitri Shevardnadze National Gallery – een van de centrale expositieruimten van het Georgian National Museum (ter plekke aangeduid, საქართველოს ეროვნული მუზეუმი) en vernoemd naar de bekende Georgische schilder en kunstverzamelaar. Binnen de context van de expositie Evidence. A new state of art (2018) stond ik daar oog in oog met het werk Two Less One (2009) van conceptuele kunstenaar Michelangelo Pistoletto. Over Pistoletto werd op de academie al lovend onderwezen, maar het was Georgië waar ik zijn werk voor het eerst echt zag.
July, 2021
Jegens & Tevens
De Jegens & Tevens Collectie
A Een snelle blik op de begrippen ‘Sunrise’ en ‘Sinister’ plaatst beiden in een vergelijkbare categorie
B Een eerste gevoel bij de begrippen ‘Sunrise’ en ‘Sinister’ trekt ze mijlenver uit één
Waar de opkomst van de zon – een sun-rise – als een voorwaartse beweging de tijd zou kunnen duiden, een ‘rise-up’ en lineair van aard, voelt sinister als de dreiging van iets dat komen gaat, maar delgt. Het stopt. Je wordt meegezogen. De afgrond in. Ver, diep. Onder de aarde, naar het donker. Daar waar het leven geen licht meer kent. Daar, in de diepe krochten van de tijd.*
Tijd kunnen we bevriezen, vertragen, versnellen. Tijd kan worden teruggespoeld en worden waargenomen. Maar tijd kan nooit objectief traceerbaar zijn. Tijd beweegt zich in de krochten van het leven, in natte kelders. Het passeert in vliegtuigen, van A naar B, hoog in de blauwe lucht. In een verlangen de tijd te grijpen is de tijd op het projectiescherm voor me vooral eindeloos.
* Deze associaties zijn opgesteld na het lezen van de wonderlijke woorden van Robert Macfarlane in Benedenwereld. Reizen in de diepte tijd (2019); een grote aanrader
July, 2021
Jegens & Tevens
De Jegens & Tevens Collectie
Werk nummer 135 in ALL INN [1] in Het HEM te Zaandam is van kunstenaar Sachia Pereira-Stolle, onlangs afgestudeerd aan de Willem de Kooning Academie. Diep verborgen in de donkere kelder van deze voormalige kogelfabriek, een ruim tweehonderd meter lange schietbaan, speelt ergens achterin, in een weggemoffeld hoekje, zijn werk Basement rats (2020).
Lopend in exposities ben ik de afgelopen jaren snel geneigd te lezen, daar waar ik eerder nog zo kritisch over was geweest. Op feesten van mijn ouders zei ik vastberaden tegen vrienden van vijftig + dat kunst zichzelf moest laten ervaren. Ik nam stellig positie in tegen de tekstbordjes, geplaatst nabij het werk (vaak een muur). Tegen de lange teksten in een boekje, verwijzend naar het nummer waar het werk betrekking op had (of beter andersom, daar waar de tekst doorgaans betrekking heeft op het werk), zoals hier onder nummer 135 te lezen.
[1] één eindexamententoonstelling waarin negen kunstacademies en welgeteld honderdvijfenzeventig jonge kunstenaars tijdens COVID samenkomen
July, 2021
Metropolis M
Drie jaar geleden presenteerden studenten Beeldende Kunst aan het St. Joost, nu omgedoopt tot ‘Art & Research’, een collectieve musical. Twee jaar terug een tentenkamp. Een gefragmenteerd groepsmanifest klonk vorig jaar uit de speakers. Dit jaar onthult een collectief archief dat wat normaal onzichtbaar blijft. Eén ding wordt daarbij sterk voelbaar: we zijn allemaal mens. We zoeken, voelen, we hebben verdriet. We hebben elkaar en daarmee het vertrouwen.
Het is het tweede jaar dat studeren aan een academie gepaard gaat met onzekerheid. Dat doet het natuurlijk altijd, maar de fundamentele plek van samenzijn – de academie als gebouw – die is niet meer. Lange tijd is die zekerheid weg geweest en zochten studenten naar plekken om, als residenten, te kunnen zijn. Te kunnen wonen en werken, leven en delen. (Hoe) te kunnen verblijven is daarmee een groot thema in het afstudeerwerk dit jaar. De afgelopen maanden is gezocht naar manieren om studies te kunnen continueren, om moederschap en kunst in symbiose te kunnen laten bestaan en om groepsdynamiek in ere te houden. En om de tijd niet alles in te laten halen wat ons dierbaar is, worden de vondsten uit de ‘residenties’ van dit jaar in vier dagen publiek gedeeld.
September, 2021
Jegens & Tevens
De Jegens & Tevens Collectie
Deze zomer bezoek ik Theaterfestival Boulevard op één van de zonnige dagen binnenlands. Wachtend in de rij voor het nieuwe werk van Tamar Blom en Janne Piksen (NL), White Noise, denk ik ietwat zenuwachtig terug. Eerder had Wild Vlees*, een fysiek theatergezelschap, mij zó overgenomen dat alles zich binnen in mijn lichaam samentrok. Ik had gekeken en was blijven kijken en had me wat onhandig en beduusd de ruimte door bewogen, mijn ogen gericht op de grote trechtervormige zandloper in het midden van de ruimte voor me.
Ik had weg willen kijken en misschien ook weg willen gaan, maar was gebleven. Ik was blijven staan, bleef kijken, verbouwereerd door de intensiteit voor me, terwijl er maar weinig veranderde. Seconde na seconde werd het beeld echter langzaam zwaarder, als een mantel die zich over je schouders heen laat zakken zonder dat je dat per se wilt. En iets zei: ‘stop’. Heel hard, STOP! Iets in mij wilde de performer, Francesca Lazzeri, onder een steeds hogere berg zout vandaan trekken. Wilde haar de lucht in duwen, de confrontatie verbreken. De ademnood stillen, het leven laten. Maar iedereen, iedereen, ook ik, keek. En we waren doodstil.
December, 2021
Kunsthuis SYB
Deze tekst maakt deel uit van SYB Circles (2021)
Een inhoudelijke reflectie op het werk van Inge Meijer aan de hand van haar project Community Garden in Kunsthuis SYB, Friesland (2021)
Geschreven door Liza Voetman
1.
In één van de plantenkassen in complex de Tropische Kas te Beetsterzwaag, de zogenoemde
‘greencube’, zijn draden gespannen. Tussen het groen van de planten en de architectuur van de kas verdelen zij, als een waslijn, vale zakdoeken aan wasknijpers door de lucht. Het licht van buiten valt op het stof en op de zwartwit geprinte foto’s die hierop te zien zijn. De afbeeldingen tonen sierlijke, tropische planten afkomstig uit de kas van een adellijke familie, daar waar Geert Hemminga vanaf twaalfjarige leeftijd tot aan zijn pensioen zorg voor droeg. Eenzelfde zorg draagt kunstenaar Inge Meijer nu voor Hemminga’s zakdoeken en foto’s, nadat zij beiden van zijn dochter en vrijwilliger Sjoukje ontving en zijn plantenfoto’s op de doeken drukte.
Inge Meijer's Car Garden video in de Tropische Kas tijdens Langstme, de Derde Triënnale van Beetsterzwaag, 2021 (foto: Sjoerd Knol)
October, 2021
AKV St. Joost
We educate students to initiate processes and inventive methodologies intrinsic to art and design practices and we stimulate them to search for dialogue with their professional peers and surrounding networks. Each year we are proud to present a new group of bachelor and master graduates. With a selection of work in this publication we celebrate their energy and ideas. Enjoy reading!
Interviews: Liza Voetman
You can find the publication here: https://issuu.com/stjoost/docs/be_the_future_of_something_else_-_publication_2021
April, 2022
Metropolis M
Als je de veelgehoorde kritiek op musea hoort, lijkt het een kleine stap: mannenhuis wordt museum. Het Stedelijk Museum Breda, althans het pand waar het gevestigd is, wás lang een mannenhuis maar is dat niet meer. Marenne Welten kijkt in House of Man terug op het verleden van het pand waar het museum nu gevestigd is.
Het Stedelijk Museum Breda opent met een robuuste poort. Een oude klok en bakstenen muren markeren hier de sporen van de lange geschiedenis van het pand dat van eind achttiende tot midden twintigste eeuw doorging als ‘Oudemannenhuis’. Het was een tijd waarin nog geen pensioen bestond, alleenstaande oude mannen die niet meer konden werken hospiteerden voor een plek in het huis. De mannen moesten woonachtig zijn in Breda, een bewijs van goed gedrag en geld op zak hebben, en een motivatiebrief schrijven. Voor kunstenaar Marenne Welten (Ulvenhout, 1959) is het Oudemannenhuis nauw verweven met haar eigen geschiedenis en de herinneringen die ze daaraan heeft. Haar vaders kant van de familie woonde lang vlakbij het museum en haar tante, inmiddels in de negentig, kan zich de oude mannen nog goed herinneren. Het vormde de aanleiding voor een intensief samenwerkingsproject met het museum, een onderzoek naar de geschiedenis van het pand, zijn bewoners en het religieuze Brabantse klimaat.
Voor de tentoonstelling House of Men (te zien t/m 1.5.2022) bij het Stedelijk Museum Breda realiseerde Welten enkele nieuwe werken, waaronder de gouache-collage double take (2021), die door het museum werd aangekocht. Vanaf het midden van dit werk tuurt een oude man je in de ogen, terwijl om hem heen van alles gebeurt. De ruimte waarin hij zit heeft een griezelig groene kleur. Naast hem staan een tafel en een levensgrote voodoo-achtige pop. Eromheen danst een horde aan skeletten. Boven in de ruimte bungelen losse lichaamsdelen en relieken als een feestelijke slinger.
October, 2022
The second edition of the RftP newspaper
//